ELEMENTEN
tamar, madavi, anne-mei en soesja
Water en andere stoffen
De molecuulformule van water is H2O, dat betekent dat er twee waterstofatomen zijn en één zuurstofatoom. In het plaatje hiernaast zie je het molecuulmodel van water. Het rode bolletje is het zuurstofatoom en de twee witte bolletjes zijn de waterstofatomen.
Het watermolecuul is een dipool, dat wil zeggen dat de waterstofatomen het tegenovergestelde van elkaar zijn. Eén kant van het watermolecuul is elektrisch geladen en de andere kant niet. Omdat het watermolecuul polair is, trekken deze elkaar aan.
-
Polaire stoffen lossen goed op in water. Noem een polaire stof en leg uit waarom deze stof makkelijk oplost in water.
-
Er zijn echter ook stoffen die niet goed oplossen in water: apolaire stoffen. Noem een apolaire stof en leg uit waarom deze stof niet makkelijk oplost in water.
VWO
Je gaat water mengen met polaire en apolaire stoffen. Zorg ervoor dat je je antwoorden van de opgaven gecheckt hebt bij de leraar voordat je verder gaat.
Benodigdheden:
-
water
-
glas
-
polaire stof die je net genoemd hebt
-
apolaire stof die je net genoemd hebt
-
theelepeltje
Wat doen?:
Eerst ga je de polaire stof mengen met water. Vul het glas tot de helft en doe de polaire stof erbij. Roer het even om. Wat zijn je waarnemingen?
Leeg het glas en spoel het om.
Nu ga je de apolaire stof mengen met water. Vul het glas tot de helft en doe de apolaire stof erbij. Roer het even om. Wat zijn je waarnemingen?