top of page

NOZEM

 

De nozems waren de eerste jongeren in de jaren vijftig die zich gingen verzetten tegen de maatschappij. Deze jongeren kenmerkde zich door leren jacks, vetkuiven en brommers. Ze kregen voor het eerst eigen geld ter beschikking en werden beïnvloed door muziek uit Amerika, de rock-‘n-roll, die nu ook in Europa te vinden was. Vooral Elvis Presley en Rebel without a cause-acteur James Dean waren grote voorbeelden onder de jongeren. Ze wilde hun eigen leven leiden en zelf bepalen hoe hun toekomst er uit kwam te zien, ongeacht hun ouders, de overheid of de kerk. 

 

Het woord ‘nozem’ betekent letterlijk jong en opstandig. Er is veel gespeculeerd over de daadwerkelijke betekenis van het woord, wat in de bloeiperiode van de nozems onzeker was. Er wordt gezegd dat het woord in de jaren 1920 aan het Bargoens, een soort dieventaal, werd ontleend. In de jaren 60 gaf voormalig journalist Jan Vrijman een (her)introductie van het woord. Hij schreef in 1962: "Het (fenomeen) bestond, ik heb er alleen vijf letters aan gegeven. De filosofie van de nozem hield in: weg met de waarde van gisteren. Er is geen zin, alles is toeval. Het is een praktische filosofie, maar ik was intelligent en vooral dialectisch genoeg om er de psychologie bij te betrekken." Jan Vrijman heeft een serie reportages gemaakt voor het weekblad ‘Vrij Nederland’ die hij  ‘De nozems van de Nieuwendijk’ noemde. Met hierin zijn kijk op de nozems en de mening van de nieuwe jeugd zelf.

 

Vrijman wordt beschouwd als bedenker van het begrip nozem, al hoewel er ook andere journalisten waren die er hun gedachte op na lieten. Zo beweerde de Amerikaans-Nederlandse historicus James Kennedy dat het woord een acroniem zou zijn van 'Nederlands Onderdaan Zonder Enige Manieren'.

Het woord "nozem” is een van onze eigen taalvondsten om de ontwikkeling van de nieuwe jeugdcultuur aan te duiden. In de Verenigde Staten werden deze jongeren "beatniks" genoemd, in Engeland "teddy boys", in Frankrijk "blousons noirs", en in Duitsland "Halbstarken". Naast het woord nozem kwam ook het woord brozem voor. Dit is een samenvoeging van ‘bromfiets’ en ‘nozem’. Hier werden vooral de ‘brommende’ jongeren mee bedoeld. 

 

Wat was hun manier van denken? De nozems wilden vooral vrijheid en hadden niet veel met politiek gezag of bevoegdheden. Ze hadden “schijt aan de overheid’’ en deden waar ze zelf zin in hadden. Het brave, heilige gedrag van hun ouders waren ze zat en ze wilden een nieuw, eigen leven opbouwen. Nozems waren op zoek naar avontuur. Dit deden ze vooral door de regels te overtreden. Ze wilden niet de maatschappij veranderen, maar het idee van een degelijk huwelijk, werken voor de baas en fatsoenlijk eindigen bij de AOW gewoon een paar jaar uitstellen. De nozems vormde een eigen groep die te herkennen was aan hun leren jacks, brommers, sigaretten, eigen straattaal en natuurlijk het luidruchtige gedrag. De bekendste verzamelplek voor de nozems was de Nieuwendijk in Amsterdam. Dit was een druk uitgaanskwartier en hier ontmoetten de nozems elkaar. Ze staan op straat en maken plezier. Ze lachen, gieren en brullen. Doordat de nozems voor veel overlast zorgden en vaak met de politie te maken hadden, duurde het niet lang voordat het woord nozem een negatieve betekenis kreeg. De politie pakte de nozems hard aan, waardoor er rellen ontstonden. De pers kon er geen genoeg van krijgen. De harde aanpak van de politie weerhield de nozems echter niet van doorgaan met hun wilde gedrag. Gelijk hadden de nozems.

 

Jan Vrijman geeft in zijn reportage heel goed de gedachte van de nozems weer. Hij interviewt er dan ook een paar. Op de Nieuwendijk loopt hij rond, opzoek naar nozems waarmee hij een gesprek kan voeren. Dit blijk nogal een lastige opgave. Hij krijgt reacties naar zijn hoofd als: ‘Wat wou je? Een foto maken?Kom, lazer op, rotsnor’ en  ‘Zeker om in de krant te zetten met d’ronder: het geteisum van de Nieuwendijk. Loop naar je ouwe moer!’ De mensen van Mars leken toegankelijker dan de nozems van de Nieuwendijk. Toch lukte het Vrijman om op een avond een converstatie aan te gaan met een nozem die alleen stond. Hij staat met zijn handen in zijn zakken, fluit naar meisjes en schreeuwt naar andere nozems die voorbij lopen.  Vrijman vraagt waarom hij alleen is, waarop de nozem reageert dat zijn vrienden naar de film zijn en hij te laat was. ‘De senuwe!’ zegt hij, waarmee hij bedoelt dat ze de klere kunnen krijgen. Wanneer de bioscoop leeg loopt wordt het druk op de Nieuwendijk. De nozem staat nu tussen tien andere nozems. ‘Wat was het voor een film?’ ‘Een kolerefilm’. Verder wordt er niet meer over gepraat. De nozems praten, roepen en zingen. Ze schreeuwen naar elkaar, over wat ze die dag beleefd hebben. Ze nemen elkaar in de maling en geven commentaar op alles wat ze zien. De nozems vervelen zich niet, ze zijn druk in de weer en spelen spelletjes als ‘een Amerikaantje’, waarbij een nozem zijn linkerhand op zijn rechterbovenarm legt, drie andere gaan achter hem staan, een van hen geeft de voorste een lel, de nozem moet raden wie dat deed. Wanneer de nozem mis raadt, barsten ze het uit van lachen. 

 

De nozems leven op dit moment en willen vooral lol maken. Wanneer Vrijman aan een nozem vraagt of hij wel eens aan de dag van morgen denkt, haalt hij zijn schouders op, spuugt op de grond en zegt: ‘Morgen komt er weer een dag’. 

 

Hadden de nozems een doel?

Wat dachten ze met hun gedrag te bereiken? De overheid wilden niet veel met de nozems te maken hebben. Ze begrepen hen niet en vonden dat de nozems zich asociaal gedroegen. ‘Gelukkig maar’ dachten de nozems. Zij wilden namelijk dat de overheid hen hun gang liet gaan. Wel was het zo dat leiders van jeugdgroepen of dominees de nozems soms naderde om te vragen wat hen eigenlijk bezielde. Hier reageerde de nozems niet op. Ze lachten hen uit, maakten hen belachelijk. Het waren namelijk niet de nozems die het mis hadden, maar de dominees zelf. Zij waren degene die niets snapten van de nieuwe na-oorlogse tijd. De nozems waren vooruitstrevend en bleven niet plakken aan oude gewoontes. En in dat opzicht moest er iets veranderen aan de maatschappij. Toch waren de nozems niet helemaal realistisch. Ze konden nu eenmaal niet voor de rest van hun leven voor een portiek blijven hangen en elkaar uit joelen. Ooit moesten ze gaan werken en een leven onderhouden. En dit gebeurde uiteindelijk ook. Op een gegeven moment zouden de nozems een meisje ontmoeten. Die wil niets met zo’n ‘nozem’ te maken hebben tenzij hij gaat werken. De nozem denkt ‘krijg de klere’, maar hij moet toch steeds aan haar denken. En dus gaat hij, geheel tegen zijn principes in, een baan zoeken en voor hij het weet is hij verloofd, getrouwd en heeft hij kinderen. En zo komen ze goed terecht. De nozem is geen nozem meer. Of hij daarmee gelukkig is, is een ander verhaal, maar hij is in ieder geval in zijn jeugd gelukkig geweest.

 

Want dat is wat de nozems wilden, zoveel mogelijk uit het leven halen en gelukkig zijn. Ze wilden de ultieme levensvervulling. Hier kon de samenleving niet voor zorgen en dus deden ze het op hun eigen manier. Door elkaar op te zoeken en plezier te maken. Het ging de nozems niet om een goed loon of bestaanszekerheid, ja, ooit zullen ze daar komen, maar nu ging het hen vooral om op dit moment te leven en er 100 procent uit te halen. Als dat lukte, was hun doel bereikt. Werd dit niet geaccepteerd door de maatschappij? Jammer dan. Mensen zeggen dat nozems niet deugden, maar deugde de maatschappij wel? De Nozems waren eerlijk en volgden hoe dan ook hun eigen verlangen. 

 

De nozems vormden de eerste subcultuur in de jaren 60. Zij vormden de aanleiding voor de andere subculturen om ook hun eigen ideeën te volgen. Tegenwoordig zie je niet meer zoveel van de nozems terug. Toch waren zij één van de belangrijkste jeugdgroepen in de jaren 60!

Filmpje over de nozems.

  • Facebook Clean
  • Twitter Clean
  • Flickr Clean
  • Instagram Clean

​© 2023 by STREET LIFE. Proudly created with Wix.com

bottom of page